Urotherapie
Urotherapie heeft een belangrijke positie verworven als behandelmogelijkheid voor kinderen die last hebben van urineverlies overdag, bedplassen of obstipatieproblemen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat deze behandeling leidt tot een significante vermindering van klachten. Deze zevendaagse cursus – een samenwerking van de opleiders van WKZ en de HU – biedt specifieke zorgprofessionals (zie criteria deelname) de gelegenheid om de basisopleiding tot urotherapeut te volgen.
Urotherapie is een multidisciplinaire behandeling, waarbij cognitieve gedragstherapie gecombineerd worden met fysieke training of psychologische en fysiotherapeutische begeleiding. Vanaf september 2021 biedt de HU i.s.m. in samenwerking met het WKZ verpleegkundigen, pedagogisch en psychologische medewerkers de gelegenheid om de basisopleiding tot urotherapeut te volgen.
Jeugdverpleegkundigen met de aandachtsgebieden enuresis en incontinentie kunnen drie geoormerkte dagen van het programma volgen (dag 1, 3 en 5).
Lees meer over Urotherapie voor jeugdverpleegkundigen
Handig om te weten
Startmoment | 13 januari 2025 |
---|---|
Lesdata | 13 januari, 3 februari, 3 en 17 maart, 14 april, 12 mei en 16 juni 2025 |
Studie-investering | 7 keer 15-20 uur per week, inclusief de lesdagen |
Kosten |
€ 3875 (vrij van btw) Dit bedrag is inclusief catering (koffie, thee en luncharrangement) tijdens opleidingsdagen, exclusief aan te schaffen literatuur. |
Deelnemers | 15-25 |
Locatie | Koningsbergerstraat 9 Utrecht |
Diploma | Certificaat van Hogeschool Utrecht met functietitel Urotherapeut |
Online open avonden
Bezoek onze online open avonden tussen 29 januari en 7 februari. Wij staan klaar voor jou en je vragen.
Aanmelden
Zin om te beginnen met deze opleiding?
Opleidingsinhoud
De urotherapeut screent, begeleidt en traint kinderen met functionele mictie en defecatieproblematiek. De professionals werken volgens het functieprofiel urotherapeut (NVCK, 2020). Urotherapie bevat elementen uit de cognitieve gedragstherapie gecombineerd met fysieke training. Deze kennis is essentieel om de juiste behandeling te kiezen en afwijkend gedrag te herkennen.
15 - 25 deelnemers voor de gehele zevendaagse cursus. Een aantal bijeenkomsten combineer je met jeugdverpleegkundigen en/of kinder-/bekkenfysiotherapeuten.
Er zijn zeven (fysieke) lesdagen waarin de theorie aan de orde komt, mede aan de hand van casuïstiek. Daarnaast breng je het geleerde in praktijk: transfer van kennis. De didactiek van de opleiding staat in het teken van het competentiegericht leren en actieleren. Jeugdverpleegkundigen en kinder-bekkenfysiotherapeuten sluiten bij specifieke dagen van het programma aan. Naast de lesdagen zijn er twee intervisie bijeenkomsten gepland in de lesperiode (17.00 – 19.00 online). Dit zijn verplichte bijeenkomsten, ook voor jeugdverpleegkundigen en kinder-/bekkenfysiotherapeut.
Standaard en niet-standaard behandeltraject
De behandeling van kinderen met deze problematiek is multidisciplinair en vaak complex vanwege de onderlinge verwevenheid van gedragsmatige en fysieke oorzaken. Kennis over normale ontwikkeling van de blaas, blaasfunctiecontrole en darmfunctie is noodzakelijk om dysfunctie bij het kind te interpreteren en te behandelen. Je leert waar je de standaardbehandelingen toe kan passen bij de verschillende subtypen diagnoses. En daarnaast leer je in welke situatie je beargumenteerd een niet-standaard behandeltraject kiest.
Programma
De opleiding bestaat uit zeven bijeenkomsten en een component praktijkleren. Professionaliseren en het praktijkleren vormen een rode draad gedurende de cursus. In deze modules zijn verslaglegging en casuïstiek een belangrijk fundament.
Medische aspecten
Specifieke kennis over de anatomie en fysiologie van de lagere urinewegen en maag/darm stelsel is essentieel om deze problematiek te begrijpen. Hoe is de innervatie (motorisch en sensorisch). Wat is de functie van de bekkenbodem en wat gebeurt er tijdens blaasvulling en lediging en tijdens rectumvulling en lediging.
Blaas- en darmproblematiek bij kinderen is een complexe aandoening; verschillende oorzaken spelen een rol bij het ontstaan ervan. In deze module staan pathologie en medische diagnostiek van urine- en defecatieverlies centraal.
Deze bijeenkomst richt zich op farmacotherapie; veel kinderen met functionele blaas of defecatieproblemen krijgen ook medicatie. Kennis over gebruik en bijwerkingen komen aan bod. Tevens de signalerende functie van de urotherapeut voor bijwerkingen, en complicaties en therapietrouw.
Kennis van de verschillende diagnostiekinstrumenten zijn belangrijk.
Urotherapie
Kinderen en met functionele mictie of defecatie problematiek worden na het uitsluiten van anatomische of neurologische afwijkingen verwezen voor urotherapie. Voor het stellen van de sub-vormen van incontinentie zijn flowmetrie, echografie en de anamnese essentiële diagnostische instrumenten. Hiermee wordt mede bepaald welke therapie moet worden gevolgd. Daarnaast is de psychosociale anamnese relevant om te bepalen in hoeverre de psychologische problematiek een hoofd- of bijprobleem is.
Inzicht, uitleg, educatie en gedragsverandering ten aanzien van toiletbezoek, toilethouding en aandranggevoel zijn belangrijke aspecten van de standaard urotherapie. In deze bijeenkomst is aandacht voor psycho-educatie en demystificatie.; Naast kennis van de standaard training leer je ook de specifieke behandeling te kiezen die bij de diagnose van het kind past.
De JGZ- verpleegkundige of fysiotherapeute is vaak de eerste zorgverlener die een kind met bedplassen behandelt. Ook voor de urotherapeut in de tweede of derde lijn is dit een veelvoorkomende behandeling. Tijdens dit lesblok leer je wat tot een succesvolle aanpak leidt. De basiskennis van de pathogenese, de behandeling en het herkennen van alarmsignalen komen uitgebreid aan de orde.
Urineverlies bij het jonge kind (tot 5 jaar) heeft vaak te maken met verlate zindelijkheid of incontinentieproblematiek. Tijdens deze bijeenkomst leer je hoe je kunt, differentiëren, wat de rode vlaggen zijn, welke begeleiding en ondersteuning zinvol is.
Professionaliseren
De behoeften en zorgvragen van de kinderen staan centraal in deze bijeenkomsten. Je leert de problemen van het kind inventariseren. Door de beleving van het kind te combineren met gegevens uit andere bronnen, waaronder wetenschappelijk onderzoek, vorm je je een beeld van de zorgsituatie. Hierbij maak je gebruik van bestaande (multidisciplinaire en verpleegkundige) classificaties, richtlijnen en verpleegkundige methodieken en kom je tot een besluit voor de beste zorg en behandeling voor de betreffende patiënt.
De rol van de urotherapeut in het geheel van de behandeling komt aan de orde. De urotherapeut coördineert, organiseert en ondersteunt het kind en zijn omgeving. Deze centrale rol en expertise van de urotherapeut draagt bij aan de effectiviteit van de zorg en voorkomt versnippering. Het ontwikkelen van flowchart en behandelroute en behandelprotocol geeft duidelijkheid en uniformiteit aan de behandelaars intern en extern.
Gedragstherapeutische kennis en psychologie theorie en casuistiek
Hier staat de psychologie centraal. Basiskennis over de psychologische ontwikkeling van kinderen en over gedragsstoornissen is noodzakelijk om een adequate begeleiding te kunnen geven. Omdat Urotherapie naast een fysieke en cognitieve training ook een gedragstraining is, is aanvullende kennis over cognitieve gedragstherapie van belang om de gewenste gedragsverandering bij het kind te bereiken.
Niet alle behandelingen zijn succesvol. Een deel van de patiënten houdt klachten. Het duidt op professionaliteit als je kunt aangeven wat de oorzaak is van het mislukken van de behandeling. Soms is dat moeilijk, met name wanneer er multiproblematiek aanwezig is. Dit vraagt dan ook om goede multidisciplinaire samenwerking.
De vertaalslag naar de praktijk vraagt veel oefening en ervaring. Aan de hand van casuïstieken - uit je eigen praktijk - bespreek en oefen je in diagnostiek en behandeling. Je analyseert op een systematische wijze en formuleert een haalbare en onderbouwde oplossing. Ook leer je wat de valkuilen zijn tijdens de behandeling.
Toelating
- Bachelor Verpleegkunde of Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening;
- Twee jaar werkervaring in een relevant werkgebied; Affiniteit met kinderen is een voorwaarde;
- Minimaal één dag in de week (8 uur) werkzaam in de directe zorg binnen een poliklinische- of praktijksetting met kinderen met deze problematiek.
Voldoe je niet aan toelatingsvoorwaarde 1, maar wel aan 2 en 3 dan kun je een email sturen naar cvs@hu.nl. In deze mail geef je informatie met betrekking tot de boven beschreven voorwaarden 2 en 3. Aan de hand van deze email wordt dan bekeken of er een gesprek kan plaatsvinden waardoor je toch aan de cursus kunt deelnemen.
Docenten
Een medicus, urotherapeut, verpleegkundig specialist, psycholoog en kinder-/bekken fysiotherapeut verzorgen de bijeenkomsten over medische aspecten, diagnostiek en gedragstherapeutisch aspecten. De generieke thema’s worden gedoceerd door docenten van Hogeschool Utrecht.
Na de opleiding
Na de opleiding beschik je over specifieke competenties op het gebied van de urotherapie en je kunt zelfstandig je functie en de daarbij behorende rollen inhoud geven Na afronding mag je de titel Urotherapeut voeren.
De cursus tot urotherapeut is gebaseerd op het functieprofiel urotherapeut (NVCK, 2020) en de daarin beschreven competenties. Dit wil zeggen dat het aanleren van beroepsvaardigheden om zelfstandig functies in de zorg aan het kind met functionele mictie- en defecatieproblematiek te kunnen uitvoerencentraal staat.
Er is vraag naar tot urotherapeut opgeleide zorgprofessionals die zelfstandig, efficiënt en doelmatig kunnen werken binnen eerste, tweede- of derdelijnszorg incontinentie aan kinderen, waarbij anatomische- of neurologische afwijkingen uitgesloten of behandeld zijn.
Overige informatie
In de module zijn theorie en praktijk direct aan elkaar gekoppeld. Dit maakt de studie bijzonder effectief en levert voordelen op voor jou en je organisatie. Om een wisselwerking te creëren tussen het toepassen van de verworven kennis in de praktijk en de inbreng van je kennis en ervaring tijdens de lessen, dien je een relevante werkplek te hebben.
Tijdens het praktijkleren werkt de student aan competenties zoals in functieprofiel urotherapeut (NVCK, 2020) staat beschreven. Verplichte praktijkopdrachten worden door de student vertaald in de context van de eigen beroepspraktijk in samenspraak met de verpleegkundig mentor. Het praktijkleren geschiedt tijdens de opleiding op de werkplek zelf. De praktijk van deze zorg is noodzakelijk om de benodigde competenties te behalen.
Waarom Urotherapie bij de HU?
-
Jarenlange kennis gebundeld
Sinds 2008 biedt het UMCU/WKZ verpleegkundigen, pedagogisch en psychologische medewerkers en fysiotherapeuten de gelegenheid om de basisopleiding tot urotherapeut te volgen.
-
Verkort traject voor kinder-/bekkenfysiotherapeuten
Dit is een uniek opleidingstraject dat door HU en WKZ samen is ontwikkeld om de functietitel urotherapeut te kunnen verkrijgen.
-
Gebaseerd op nieuw functieprofiel
De cursus is gebaseerd op het functieprofiel urotherapeut (NVCK, 2020).
Vragen over de opleiding?
Vul het contactformulier in!