HU-studenten laten doofblinden roeien dankzij trilvest
Esther (26) leidt aan het Syndroom van Usher, een erfelijke, progressieve ziekte die haar doof en blind heeft gemaakt. Dankzij de stichting Running Blind kan zij, begeleidt door een buddy, hardlopen. Roeivereniging Het Sloepweesje nodigde haar uit om ook eens te komen roeien – maar dat bleek hele nieuwe uitdagingen met zich mee te brengen. Uitdagingen die een team HU-studenten graag aangingen in het kader van hun opleiding. “Zo’n opdracht is op papier toch anders dan op het water.”
Om voor Esther het roeitempo aan te geven, stampt de stuurvrouw op de bodem van de boot. Bij intensief roeien is deze trilling echter moeilijk op te pikken. Bovendien zijn er nog vele andere commando’s nodig om goed te kunnen sloeproeien. Ze proberen het nog met een tolk in de boot, die via aanrakingen de commando’s doorgeeft, maar ook dat werkt niet goed. Er moet een andere oplossing komen, maar welke? Jane de Zwart, stuurvrouw bij Sloepweesje en docent bij het MBO Rijnland, ziet hier wel een mooie opdracht in voor haar studenten. Ze legt de vraag neer bij TechnoHUB, dat zich inzet om het onderwijs te verbinden met de beroepspraktijk. TechnoHUB wil best opdrachtgever zijn in dit project. De vmbo-studenten bedenken een mooie oplossing maar lopen vast in de technische realisatie. TechnoHUB neemt vervolgens contact op met Hogeschool Utrecht: is dit niet iets voor jullie studenten? Zo komt het project op de lijst Quest-projecten terecht van het Institute for Design & Engineering (IDE) van de HU.
Quest?
In het derde jaar van hun studie leren HU-studenten Elektrotechniek, Werktuigbouwkunde en Technische Bedrijfskunde multidisciplinair samen te werken in Quest-projecten: praktijkgerichte projecten, met echte bedrijven als opdrachtgevers. Opdrachten lopen uiteen van oplossingen om plastic te recyclen tot multi-inzetbare sensoren tot…. het vinden van een manier om doofblinde mensen probleemloos te laten roeien.
"Je begeleidt waar nodig, maar meer ook niet"
Docent Jelte Bos
Zelf aan de riemen
De studenten - Ramon Anbergen, Fred Kluvers, Kees Schluter, Roy van Uitert, Sjoerd den Breejen en Nigel van Logchem - bedenken diverse oplossingen om uiteindelijk dezelfde conclusie te trekken als de vmbo-studenten: een trilvest werkt het beste. Dit vest geeft via acht ingebouwde trilmotoren commando’s door aan de drager. Het krijgt die commando’s direct van de stuurman, dankzij een robuuste, waterbestendige afstandsbediening.
Om dit idee te kunnen realiseren, gaat het team eerst langs bij Sloepweesje. Ramon: “Zo’n opdracht is op papier toch anders dan op het water. Hoe werkt het in de praktijk, waar moet je allemaal rekening mee houden? De mensen van Sloepweesje waren heel enthousiast over ons project, dat gaf veel motivatie.” Om te kijken wat precies nodig is, proberen de studenten ook zelf blind te roeien. “Dat ging nog niet zo soepel”, bekent Ramon. “We hebben uiteindelijk veel gehad aan de steun van Collin Eisema.”
Testen in de praktijk
Net als Esther lijdt Collin aan het Syndroom van Usher maar bij hem is de ziekte minder ver gevorderd. Hij is de ideale testpersoon voor het team. “Ik vond het heel leuk om met de jongens samen te werken. Ze waren gemotiveerd om een goed werkend product te maken. Tijdens de test waren de commando’s al redelijk goed te voelen. Er is ruimte voor verbetering, maar het is ook pas een prototype”, aldus Collin. “In mijn community – ik ben voorzitter van de contactgroep Ushersyndroom – werd heel enthousiast gereageerd. Ik denk dat dit vest echt van grote waarde kan zijn voor mensen die visueel en auditief beperkt zijn en ze hierdoor ook de vrijheid van het sloeproeien kunnen ervaren.”
Docent aan de zijlijn
Voor de studenten was het de eerste keer multidisciplinair samenwerken. “Dat gaf interessante inzichten en uitdagingen”, vertelt Ramon. “Je merkt dat je net andere werkwijzen hebt, een onderwerp anders benadert. Dat is erg leerzaam.” Docent en begeleider Jelte Bos: “Deze projecten testen meer dan technische vaardigheden. Ze gaan ook over leren samenwerken over de grenzen van je eigen vakgebied heen.” Jelte, die met zijn eigen adviesbureau Contrivec zelf veel praktijkervaring heeft: “Als docent ga je bij zo’n project echt aan de zijlijn staan. Je begeleidt waar nodig, maar meer ook niet. De studenten nemen zelf het initiatief, ze leggen zelf de contacten met de opdrachtgever en andere partijen. Ik zag de opdrachtgever zelfs pas bij de eindpresentatie. Het was opvallend hoe enthousiast en lovend die was.”
Annewieke Baank van TechnoHUB kan dat beamen: “Studenten hebben zich hier zó hard voor ingezet, dat was mooi om te zien, dat is waarvoor ik dit werk doe. Als je als student aan een echte case kan werken, ben je veel meer betrokken bij wat je leert - en leer je dus ook meer.”
Passieproject
Ook Quest-teamlid Sjoerd den Breejen is enthousiast: “Vaak doe je een opdracht waarvan het eindresultaat in een la verdwijnt. Ons product niet, dat gaat echt gebruikt worden en dat is heel gaaf. Je weet waarvoor je het doet.” Ramon: “Ik denk dat het voor ons allemaal wel een beetje een passieproject is geworden. Dat is ook wel te zien aan de manier waarop we hebben samengewerkt – en aan het resultaat.” Dat resultaat is, naast een goed functionerend prototype, een dikke acht als eindcijfer.
Maar het project krijgt nog een staartje. “We willen dit prototype graag verder brengen. Het zou mooi zijn als we er meer mensen mee kunnen helpen”, stelt Ramon. Voor een eigen start-up is het team nog te druk met hun studie. Maar als ze een bedrijf kunnen vinden dat interesse heeft om dit op de markt te brengen? Dat zou prachtig zijn. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Ramon Anbergen.