Tips om klimaatdesinformatie te herkennen

Mario Veen
Mario Veen, Lectoraat Communicatie in Digitale Transitie

Klimaatdesinformatie wordt steeds breder erkend als een obstakel voor duurzame transities. Het met opzet verspreiden van informatie die in strijd is met klimaatwetenschap noemen we klimaatdesinformatie. Het stimuleert klimaatontkenning met als doel klimaatbeleid te vertragen. Gelukkig is vanuit misinformatieonderzoek bekend hoe we klimaatdesinformatie kunnen bestrijden.

Het HU-lectoraat Communicatie in Digitale Transitie ontwikkelt een tool waarmee professionals weerbaarheid tegen klimaatdesinformatie in de samenleving kunnen vergroten. Er zijn drie dingen die iedereen kan doen:

  • Veel praten over de klimaat- en ecologische crisis, met aandacht voor het verspreiden van betrouwbare en begrijpelijke informatie. Mensen geloven simpelweg sneller iets dat ze vaker horen. Het ‘voelt waar aan’. Klimaatdesinformatie is vooral effectief omdat het veel herhaald wordt.
  • Verspreiding van klimaatdesinformatie tegengaan. Vaak gebeurt verspreiding van desinformatie onbewust. Men herhaalt bijvoorbeeld iets dat betrouwbaar klinkt of reageert juist kritisch, maar stelt daarmee meer mensen aan de desinformatie bloot.
  • Journalisten, gezondheidsprofessionals en andere beroepsgroepen met een publieke functie kunnen de verantwoordelijkheid nemen klimaatdesinformatie te herkennen, zodat ze adequaat kunnen reageren. 

Dit alles begint met het kunnen herkennen van klimaatdesinformatie. Op basis van discourse-analyse en literatuuronderzoek vatten we vijftien herkenbare patronen samen:

Inhoudspatronen
De basis van klimaatwetenschap kan worden samengevat in vijf feiten. Het helpt om te kunnen herkennen welke van deze feiten ontkend worden:

  • Het wordt warmer: ‘Het klimaat verandert niet, of niet meer dan het altijd al verandert.’
  • Het ligt aan ons: ‘Klimaatverandering wordt niet (helemaal) door de mens veroorzaakt. CO2 is juist goed voor plantjes.’
  • We weten het zeker: ‘Er is twijfel onder wetenschappers over CO2-uitstoot als hoofdoorzaak van klimaatverandering.’
  • Het is erg: ‘Er is wel klimaatverandering maar geen klimaatcrisis. Het klimaat verandert altijd al. We kunnen ons makkelijk aanpassen.’
  • We kunnen klimaatverandering beperken: ‘We kunnen niets (meer) tegen klimaatverandering doen. Zolang China niets doet, heeft het geen zin om in Nederland klimaatbeleid te voeren.’

Procespatronen
Klimaatdesinformatie maakt gebruik van patronen van wetenschapsontkenning die ook bij andere onderwerpen voorkomen (corona, evolutietheorie). Door een of meerdere van deze patronen te gebruiken wordt twijfel gezaaid over iets dat wetenschappelijk gezien vrijwel zeker is:

  • Cherry picking (selectief bewijs kiezen dat klimaatontkenning lijkt te bevestigen): ‘In de middeleeuwen was het veel warmer. Op deze foto is geen zeespiegelstijging zichtbaar.’ 
  • Complotdenken: ‘Kritische wetenschappers worden gecensureerd. IPCC is corrupt. Klimaatverandering is een hoax.’
  • Drogredenen: ‘Het klimaat verandert altijd al’ (Dat het klimaat altijd al verandert betekent niet dat het nu niet door de mens verandert, en veel sneller dan in het verleden)
  • Nepexperts opvoeren, echte experts denigreren: ‘Het IPCC, NASA en KNMI zijn corrupt en deze Nobelprijswinnaar zegt dat er geen klimaatverandering is.’
  • Onrealistische verwachtingen van wetenschap: ‘Consensus is niet hoe wetenschap werkt. Klimaatmodellen bevatten onzekerheden.’

Vertragingstactieken
Deze patronen hoeven niet altijd op klimaatdesinformatie te wijzen, maar komen wel vaak voor. Het herkennen van vertragingstactieken helpt om het strategisch doel waarmee ‘feiten’ worden opgevoerd te onderscheiden:

  • Verantwoordelijkheid afschuiven: anderen moeten eerst handelen. ‘Nederland is een klein land dus wij hoeven niets te doen. De overheid/het bedrijfsleven/consumenten moeten dit regelen. Zolang China niets doet…’
  • Opgeven: ‘Klimaatverandering is niet meer te stoppen. Het is al te laat. We moeten ons volledig richten op adaptatie want mitigatie is een verloren zaak.’
  • Nadelen benadrukken: ‘Als we fossiele brandstoffen afbouwen stort de samenleving in. De kosten van klimaatbeleid wegen niet op tegen de voordelen.’
  • Niet-transformatieve maatregelen promoten (greenwashing): ‘We hoeven niet ingrijpend te veranderen. Met bomen planten, airconditioning en kerncentrales komen we er ook.’ 
  • Moodsplaining: de ander uitleggen hoe deze zich wel of niet moet voelen ‘Wees niet zo negatief. Op een warme dag moet je gewoon blij zijn. Als je een alarmerende boodschap brengt, komen mensen niet in beweging.’

Deze vijftien patronen dienen als startpunt om klimaatdesinformatie te herkennen in online en offline gesprekken. Heeft u of uw organisatie praktijkvragen rondom klimaatdesinformatie? We werken graag samen! Neem contact op met het lectoraat Communicatie in Digitale Transitie: mario.veen@hu.nl.

‘I don’t believe in global warming’, vermoedelijke auteur Banksy, bron: Wikipedia Commons

 

Deel dit artikel

Gerelateerde expertise