De opleiding

In de propedeuse werk je aan de basis van het recht, verbintenissenrecht, goederenrecht, arbeidsrecht, sociaal zekerheidsrecht, privacyrecht en bestuursrecht. Je werkt aan juridische tekstkwaliteit, digitalisering, gespreksvaardigheden en ethiek.

In de hoofdfase ga je dieper in op verschillende rechtsgebieden en pas je je kwaliteiten als schrijver en spreker toe. Je besluit de studie met een beroepsproduct dat je zelfstandig ontwikkelt en verantwoordt.

Onderdeel van de opleiding is een stagejaar als kandidaat-gerechtsdeurwaarder (de opleidingsstage). Je hebt hierbij dezelfde taken en bevoegdheden als een gerechtsdeurwaarder. Deze stage is noodzakelijk voor het halen van je diploma. Je moet zelf zorgen voor een stageplaats. Veel studenten beginnen daarom pas aan de opleiding als ze in de deurwaarderspraktijk werken. Relevant werk helpt ook enorm bij het doorlopen van de studie.

De opleiding kent verschillende onderwijsvormen: 

• Theorie: je krijgt onderwijs in de vorm van hoor- en werkcolleges en zelfstudie-opdrachten. De colleges zijn niet verplicht. Wij adviseren om de colleges wel te volgen en zoveel mogelijk naar de lesdag te komen. Studenten die actief colleges en trainingen bijwonen, hebben meer succes bij toetsen.
• Trainingen: in groepen van maximaal 15 studenten train je specifieke beroepsvaardigheden. 
• Leerteams: in leerteams werk je samen met ongeveer 10 medestudenten aan opdrachten en jouw ontwikkeling.
• Studiebelasting: ongeveer 25 uur per week inclusief de lesdag. Sommige studenten hebben echter meer tijd nodig. Zo kost het maken van portfoliotoetsen vaak veel tijd.

Tijdens de deeltijdopleiding HBO-Rechten (Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder) leer je niet alleen in de klas en individueel, maar ook in de praktijk, in leerteams en via een digitale leeromgeving. Deze gevarieerde manier van onderwijs zorgt voor een verdieping van de lesstof en van het contact tussen studenten en docenten.

Voor de cursus Ambtshandelingen en de opleidingsstage moet je relevant werk hebben. Voor de andere cursussen is het niet verplicht. Geen relevant werk hebben maakt de studie wel lastig. Je moet dan zelf op zoek naar een werkomgeving waar je opdrachten moet uitvoeren. Met een relevante werkomgeving kun je oefenen en toepassen wat je leert. Vrijwilligerswerk kan ook een goede werkomgeving zijn. Je hoeft geen betaald werk te hebben. Als je nog geen relevant werk hebt, adviseren we je om gedurende het eerste jaar over te stappen naar een passende baan.

In het eerste jaar werk je veel in een leerteam. Dat is een groep van 8 tot 10 studenten met wie je samen optrekt. Toetsen doe je soms in groepen of tweetallen en vaak individueel.

Je wordt o.a. getoetst met portfolio’s. Dat zijn gebundelde beroepsproducten en opdrachten. Daarmee toon je je competenties aan. Andere toetsvormen zijn bijvoorbeeld gesprekken, je optreden op een rechtszitting, mondelinge en schriftelijke tentamens.

De toetsen bestaan voor meer dan 70% uit beroepsproducten die vaak ook worden beoordeeld op tekstkwaliteit. Je moet dus helder, begrijpelijk en foutloos schrijven, of dat graag willen leren. De opleiding is Nederlandstalig. Er is dus geen onderwijs in het Engels.

De opleiding kent geen Bindend Studieadvies (BSA). Je mag dus langer over de propedeuse doen dan bij veel andere studies. Als je langer over de studie wil doen, bespreek je je studieplannen met je studieloopbaanbegeleider.

In drukke tijden kun je je studietempo verlagen en later weer aanpassen. Dit komt allemaal aan de orde tijdens het intakegesprek aan het begin van de opleiding. Ook de docenten helpen je graag, en natuurlijk is er ook de studieloopbaanbegeleider die je met raad en daad terzijde staat.

Deze opleiding is geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO).

In Nederland zijn er twee vormen van collegegeld: het wettelijke collegegeld (lager tarief) en het instellingscollegegeld (hoger tarief). In welke categorie je valt, is afhankelijk van je persoonlijke situatie. Met de handige collegegeldmeter van Hogeschool Utrecht zie je binnen enkele minuten welk tarief voor jou geldt. Voor boeken en andere lesmaterialen ben je elk jaar ongeveer € 500 kwijt.

In de studiegids vind je alle belangrijke informatie over jouw opleiding op een rijtje. Behalve lesprogramma’s en studieonderdelen, staan ook alle regelingen en afspraken in de gids.