De opleiding
Vraagstukken uit de beroepspraktijk zijn de basis voor de inhoud van het onderwijs. We werken hier samen aan in werkplaatsen. Een werkplaats is een samenwerking tussen studenten, docenten, onderzoekers, sociale professionals en burgers waarbij zij met en van elkaar leren door samen te werken aan vraagstukken uit de beroepspraktijk.
Elke werkplaats bestaat uit leren in de praktijk, leren op de opleiding en zelfstandig thuis. In de digitale leeromgeving worden deze vormen van leren ondersteund. Het leerteam is je basis en loopt het hele jaar door. Het leerteam bestaat uit een groep van tien studenten en een leerteambegeleider. Je helpt elkaar, onder begeleiding van een docent, bij wat je leert in de opleiding.
Inhoud van de opleiding Social Work
De deeltijdopleiding Social Work is ingericht in twee periodes van 20 ieder 20 weken. Binnen iedere periode wordt gewerkt aan leeruitkomsten die je in je eigen beroepspraktijk moet gaan vormgeven. De lessen binnen iedere periode zijn gericht op het toepassen van de voorwaardelijke kennis, maar vooral ook op het coachen van jou als beginnend professional. Deze coaching moet bijdragen tot het behalen van de leeruitkomsten op het gewenste niveau.
Naast lessen/werkbijeenkomsten is er ook wekelijks een bijeenkomst van het leerteam. Een leerteam is een groep van 10 studenten en 1 leerteambegeleider. In zowel begeleide als onbegeleide momenten werk je in het leerteam samen aan je professionele ontwikkeling. Dit is deels gerelateerd aan de inhoud van de periode, maar het leerteam richt zich ook op de ontwikkeling van generieke beroepsvaardigheden zoals het reflectief vermogen. Het leerteam kan alleen functioneel vormgegeven worden als de opkomst hoog is. Daarom verwachten we dat studenten hier wekelijks actief aan deelnemen.
In deze cursus ga je aan de slag met het bevorderen van het sociaal functioneren van mensen in hun primaire leefomgeving en in gemeenschappen. Vanuit verschillende perspectieven ga je zowel een gemeenschap als een individu in kaart brengen en met hen een activiteit regisseren. Dat ga je op methodische wijze doen: je maakt een plan van aanpak waarin je laat zien dat je kunt ondernemen, regisseren en organiseren. Je leest over maatschappelijke ontwikkelingen en maakt gebruik van theorie over ontwikkelingspsychologie en sociologie.
Je verkent binnen de primaire omgeving en binnen netwerken hoe je contact maakt en aansluiting vindt bij mensen met kwetsbaarheden, die vaak op meerdere punten van jou verschillen. Je doet kennis op over verschillende psychische kwetsbaarheden en leert zien hoe kansenongelijkheid en uitsluiting doorwerken in mensenlevens en in de dynamiek van een groep. Wat hebben mensen individueel en in groepsverband nodig om (weer) mee te mogen doen en erbij te horen? In een of meerdere begeleidingstraject(en) bied je ondersteuning richting meer participatie, waarbij je werkt vanuit herstelgerichte, creatief-agogische, narratieve en netwerkgerichte benaderingen.
Ook ga je aan de slag met onderzoeken en profileren. Je verdiept je verder in het beroep sociaal werk en integreer je deze kennis in relatie tot jouw persoonlijke motivatie en (beoogde) functie binnen het sociaal werk. Je kiest een vraagstuk binnen het sociaal werk dat jou raakt, bezighoudt en relevant is voor jouw praktijkplek. Via gedegen en veelzijdig bronnenonderzoek vind je antwoorden op vragen die je hebt gesteld en positioneer jezelf in relatie tot het vraagstuk. In een eindmanifestatie ga je staan voor wat je ontdekt hebt en laat de wereld zien waar, voor wie en hoe jij als sociaal werker het verschil wil maken.
In jaar 2 ga je de brede basis verder verdiepen.
Dit doe je aan de hand van vier thema’s:
- zelfregie
- sociale veiligheid
- participatie in netwerken
- sociale rechtvaardigheid
Je verdiept je in het werken met verschillende sociale contexten: mensen in hun primaire leefomgeving, netwerken en gemeenschappen. Ook krijg je een stevige basis mee in het onderzoeken van een praktijkvraagstuk. Je werkt aan praktijkopdrachten en laat in een portfolio zien wat je geleerd hebt. Je onderbouwt met behulp van theorie en je reflecteert op je handelen en op ethische aspecten.
Aan het eind van het tweede jaar kies je een van de profielen:
- Jeugd
- Zorg
- Welzijn & Samenleving
Je leert hoe je mensen kunt ondersteunen bij het zelf vormgeven aan een zinvol leven. Je staat stil bij vragen als: Hoe laat ik de regie bij de ander? Wat zijn de grenzen van zelfregie? Hoe komen mensen in beweging? Je ontwerpt een aanpak en voert deze (deels) uit. Doel van de aanpak is dat het mensen in hun primaire leefomgeving versterkt en verbindt. Je doet daarbij kennis op over psychologie en verschillende vormen van kwetsbaarheid.
Je verkent vraagstukken die zich op gemeenschapsniveau afspelen in de samenleving. Je verdiept je in verschillende vormen van rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid in Nederland en daarbuiten. Thema’s die aan bod komen zijn: mensenrechten, diversiteit, levensbeschouwing, bestuur en beleid. Je ontwerpt in co-creatie een aanpak die ten doel heeft verbindingen tot stand te brengen of verbindingen te versterken binnen gemeenschappen.
Als mensen kunnen participeren in groepen of netwerken draagt dit bij aan hun persoonlijke identiteit. En als mensen steunende netwerken hebben, kunnen zij verbondenheid ervaren. Groepen vind je in scholen, vrijwilligersverbanden, sport en vrijetijd, instellingen waarin mensen wonen en virtuele netwerken. In al deze vormen van groepen heb je te maken met groepsprocessen. Je leert hoe je doelgericht processen in groepen kunt beïnvloeden met behulp van kennis over groepsdynamica, systeembenadering en sociale psychologie.
Als sociaal werker lever je een bijdrage aan de sociale veiligheid van mensen in hun sociale context. Dit doe je altijd in samenwerking met andere professionals zoals leerkrachten, de politie, gemeenten en politici.
Je ontwikkelt je onderzoekend vermogen aan de hand van een vraagstuk binnen het thema Sociale Veiligheid. Je leert hoe je een vraag verheldert, informatie zoekt, een probleem met behulp van opgehaalde informatie analyseert, conclusies trekt en aanbevelingen doet. Leren onderzoeken helpt je kritisch te zijn en te kunnen beoordelen of interventies goed onderbouwd zijn of de juiste dingen gedaan worden.
In jaar 3 leer je in werkplaatsen binnen het profiel dat je kiest. Het profiel omvat 90 studiepunten en is een verdieping in Jeugd, Zorg of Welzijn & Samenleving.
De leeruitkomsten van de drie profielen zijn hetzelfde maar de kennis en vaardigheden worden bepaald door het profiel. Je kunt binnen je profiel een inkleuring geven met een van de accenten creatief-cultureel of forensisch sociaal werk. De toetsing bestaat uit een profielkennistoets, portfolio’s met beroepsproducten en een praktijkassessment.
Vakken
- Ontwerpt en realiseert (delen van) een aanpak vanuit één van de drie contexten in samenhang met één andere context. Handelen en verantwoording vanuit systemisch perspectief.
- Kan in kaart brengen op welke wijze de regiefunctie vorm krijgt in samenwerking gericht op het belang van mensen. Is in een regierol betrokken bij onderdelen van de uitvoering.
- Presenteert een onderbouwde visie en ambitie ten aanzien van een sociaal-maatschappelijk vraagstuk in relatie tot de waarden en taken van het beroep.
- Is in staat op dialogische wijze een professioneel traject gericht op kracht en verbinding binnen de drie contexten en hun onderlinge wisselwerking (primaire omgeving, netwerken, gemeenschappen) voor te bereiden, uit te voeren, te evalueren en te verantwoorden. Mogelijke spanningsvelden in de wisselwerking tussen contexten kunnen benoemen en hanteren.
- Vervult een regierol in de afstemming tussen formele en informele relaties, netwerken en samenwerkingsverbanden. Is daarbij gericht op optimale communicatie tussen betrokkenen, en op effectieve en productieve inzet van processen en middelen. Heeft daarbij de verbinding tussen en versterking van mensen als doel.
- Geeft als (intern)ondernemer vorm aan producten en/of diensten in het sociaal werk die bijdragen aan het sociaal functioneren van mensen. Hanteert daarbij adequaat bedrijfsmatige aspecten door het op een resultaatgerichte wijze inzetten van dienstverlening en klantgericht werken.
In de vrije profileringsruimte kun je een minor kiezen bij Social Work om je te verdiepen of te verbreden. Er zijn binnen HU nog veel meer minoren waar je uit kunt kiezen. Je kunt ook naar een andere hogeschool, een premaster doen of studeren in het buitenland. In het leerteam bespreek je de voor jou passende invulling. Je doet deze vrije profilering in jaar 4 maar als je dat wil, kun je dit ook al in jaar 3 doen.
Het laatste halfjaar werk je aan een praktijkvraagstuk en sluit je de opleiding af met een eindassessment.
Jaar 4
Het laatste half jaar werk je aan een praktijkvraagstuk dat past bij je profiel én vraagt om een interprofessionele aanpak. Je ontwikkelt een beroepsproduct van meerwaarde voor de praktijk. De aanpak van het vraagstuk vraagt om een interprofessionele samenwerking. De samenwerking krijgt vorm in een afstudeerkring, waarin onderwijs, beroepspraktijk en onderzoekers (lectoraten) samen werken aan oplossingen voor praktijkvraagstukken. Het vraagstuk dat je kiest past bij jouw profiel en jouw eventuele accent.
Je ontwikkelt in samenspraak met relevante sleutelpersonen een op onderzoek gebaseerd beroepsproduct dat een toegevoegde waarde heeft voor en in de praktijk. Dit presenteer je samen met de overige studenten van de afstudeerkring op een (half)jaarlijks Social Work congres .Dit congres is een moment van kennisdeling waar het gehele instituut en de betrokken beroepspraktijk aan deelneemt.
Je kunt eigen profilering aan de opleiding aanbrengen door een minor te volgen. Minoren zijn bedoeld om je interessegebied te verdiepen en of te verbreden. Vaak is een minor een interessegebied waar je zelf later verder in wilt ontwikkelen.
De opleiding sluit je af met een eindassessment. Daarin breng je jouw persoonlijke profilering naar voren. Je verantwoordt je jouw startbekwaamheid als sociaal werker. Jouw professionele ontwikkeling staat centraal en jouw rol als sociaal werker in het bevorderen van sociale kwaliteit en de waarden daarbinnen. Als je een accent doet, is dit ook onderdeel van je eind-assessment.
Bekijk het visueel overzicht van het opleidingsprogramma.
Door op de afbeeldingen te klikken verschijnt een toelichting van de verschillende onderdelen.
Profielen: keuze voor verdieping met een extra, uniek accent
Na het tweede jaar kies je een van de volgende 3 profielen.
Je kunt er ook voor kiezen om je profiel extra in te kleuren door het aanbrengen van een 'accent'. Deze ‘Utrechtse accenten’ zijn uniek voor Social Work-opleidingen in Nederland.
Het profiel Jeugd richt zich op kinderen, jongeren tot 23 jaar en hun opvoeders. Je leert hoe je ontwikkelingskansen van jeugdigen bevordert en benut. Waar nodig grijp je in als veiligheid in het geding komt.
Je verdiept kennis over ontwikkeling, verstoringen in de ontwikkeling, ouderschap en recht. Je ontwikkelt vaardigheden om complexe gesprekken uit te voeren en om te kunnen gaan met regievoering en samenwerking in het jeugddomein. Denk daarbij aan thema’s als huiselijk geweld en de transformatie van de Jeugdzorg.
Met dit profiel kun je je registreren als Jeugd- en Gezinsprofessional in het Kwaliteitsregister Jeugd. Deze registratie heb je in veel beroepscontexten binnen het jeugddomein nodig.
In het profiel Welzijn en Samenleving richt je je op het versterken van diverse groepen in de samenleving ter verbetering van sociaal functioneren van burgers. Je wil verschil maken, verbinden en waar nodig aan de kaak stellen. Binnen dit profiel leer je individuele begeleiding geven waarbij je zicht houdt op wat speelt in de wijk of buurt. Of je werkt vooral aan verbindingen binnen de samenleving waarbij je oog hebt voor het individu.
Het uitgangspunt is het bevorderen dat iedereen mee kan mee in de samenleving. Je handelen kan bestaan uit activeren, participeren, dan wel meer begeleiden en ondersteunen. Soms werk je vanuit de bestaande beleids- en organisatiestructuren, maar soms zoek je juist het politieke debat op.
Mensen met een verstandelijke beperking, psychische klachten, of een lichamelijke aandoening en die hierdoor niet goed mee kunnen doen in de samenleving, hebben soms tijdelijke of langdurig ondersteuning nodig van een sociaal werker. Je leert werken met uiteenlopende hulpvragen van mensen: hoe kunnen zij binnen hun mogelijkheden weer deelnemen? En wat is er nodig om dat voor elkaar te krijgen. Je richt je niet alleen op de cliënten, maar ook op bevorderende en belemmerende factoren in organisatie en maatschappij.
Als je binnen profiel Zorg je wilt verdiepen in het werken binnen de GGZ, kun je de route doen tot registratie ggz-agoog.
Door het professioneel inzetten van het creatief-agogische in het begeleiden en verbinden voeg je waarde toe aan je professionele handelen én verrijk je jezelf. In dit accent zijn het creatieve, kunstzinnige en culturele belangrijke pijlers. Op basis van deze pijlers leer je op diverse wijzen sociale vragen te hanteren. Drama, beeldend, multimedia, sport & spel en muziek, worden zoveel mogelijk geïntegreerd aangeboden binnen de werkplaatsen. Je laat met creatieve uitingen zien wat je geleerd hebt. Bijvoorbeeld door middel van een minidocumentaire, creatieve groepstraining, of het samen met cliënten/doelgroep maken van beeldende portretten.
Het forensisch accent gaat over mensen die met justitie in aanraking zijn gekomen en te maken hebben met gedwongen hulpverlening. Denk aan uithuisplaatsing, (jeugd)-TBS, of mensen met een strafblad die weer terugkeren in de maatschappij.
De Social Work docenten
Jacoba Huizenga
Docent Social Work
Jacoba Huizenga werkt als hogeschooldocent bij de opleiding Social Work en is daarnaast betrokken bij onderwijsontwikkeling. Jacoba is opgeleid tot psycholoog. Ze heeft een aantal jaren werkervaring in de GGZ en als eerstelijnspsycholoog. Haar passie is sterk sociaal werk.
Het creëren van een leeromgeving waar praktijk, kennis en persoonlijke ontwikkeling samen komen is waar ze samen met docenten en collega’s elke dag graag aan werkt. Hogeschool Utrecht kenmerkt zich voor haar als een hogeschool waar de uitwisseling met de beroepspraktijk en vernieuwende vormen van leren centraal staan.
Nici van 't End
Docent Social Work
Nici van ’t End werkt als hogeschooldocent bij de deeltijdopleiding Social Work. Zij is met name thuis in begeleiding, supervisie en coaching. Zij zet haar kennis in om methodieken met betrekking tot communicatieve en sociale vaardigheden te trainen. Dit doet zij niet alleen binnen de opleiding, maar ook bij instellingen en bedrijven die een scholingsvraag hebben neergelegd bij de HU.
Mirjam Gademan
Docent, trainer, coach
Mirjam verzorgt sinds 2003 trainingen en cursussen op het gebied van motiverende gespreksvoering, outreachend werken en krachtgericht werken. Haar interesse ligt in het ondersteunen en enthousiasmeren van professionals bij het optimaal gebruik leren maken van hun kwaliteiten, zowel in het contact met cliënten, collega's en andere professionals.
Elsje van Steenis
Docent Social Work
Elsje van Steenis werkt momenteel als hogeschooldocent bij de opleiding Social Work. Elsje is opgeleid als Begeleidingskundige (Master Human & Organizational Behavior). Ze geeft verschillende trainingen op het gebied van gespreksvoering en participatie aan deeltijdstudenten. Daarnaast is zij werkzaam bij het Post-hbo opleiding PPG/IAG en geeft zij ook trainingen op maat rondom oudergericht werken. Zij is supervisor, leerteamcoach en werkt actief mee aan de onderwijsinnovatie rondom Jeugd en leerteamleren.
In haar werk staat ‘stilstaan en vertragen’ centraal om zo nog beter zicht te krijgen op hoe het gaat, met daarbij de focus op dat wat goed gaat. Zo creëert zij bewustzijn van kwaliteiten wat zorgt voor groei.
"Proces van nieuwsgierigheid op gang brengen"
Nici van 't End (56)Docent
Wekelijks zie ik een leerteam bestaande uit tien studenten met verschillende werkpraktijken. Het is altijd boeiend om te zien als mensen de verbinding kunnen maken tussen bijvoorbeeld een actuele gebeurtenis en de eigen professionaliteit. De manier waarop studenten elkaar bevragen maakt onder andere dat binnen het leerteam de integratie kan plaatsvinden van praktijk- en persoonlijke ervaringen, actualiteit en het gevolgde programma. Ik haal er voldoening uit om het proces van 'het nieuwsgierig zijn naar' op gang te brengen.
Meer weten over deze opleiding?
De lessen vinden eens in de week plaats tussen 8.00 en 21.00 uur. Dit kan per studiejaar veranderen.
De minoren (keuzeonderwijs) en afstudeerkringen hebben specifieke onderwerpen die door een student zelf gekozen mogen worden passend bij hun interesse en/of afstudeerprofiel. Hierdoor kan de opleiding het onderwijs niet op een vaste lesdag aan te bieden en kunnen alle dagen van de week benut worden. Het uitgangspunt is wel dat er regelmaat in het rooster komt. Wanneer dit voor deeltijdstudenten problemen geeft, willen we graag meedenken naar een passende oplossing.
Toetsen
Per studiejaar krijgen deeltijdstudenten vier maal een toetsgelegenheid aangeboden. Net als alle andere HU-studenten mogen deeltijdstudenten twee toetsgelegenheden benutten als toetskans. Voor de planning gaat de opleiding er vanuit dat twee van de vier toetsgelegenheden op de studiedag voor de deeltijdopleiding worden gepland. De andere twee toetsgelegenheden vinden waarschijnlijk op een andere dag in de week plaats. Het kan dus nodig zijn om op een andere dag dan de reguliere studiedag extra naar Hogeschool Utrecht te komen.
De studiebelasting is afhankelijk van je vooropleiding en ervaring. De lesdag is 8 uur per week en de gemiddelde zelfstudietijd is 8-12 uur per week. Daarnaast werk je in de beroepspraktijk aan opdrachten.
Aan het einde van je tweede studiejaar ontvang je een studieadvies. Dat advies kan inhouden dat je geschikt wordt geacht voor de opleiding, een verwijzingsadvies als een andere opleiding beter bij je lijkt te passen, of het advies om met de studieloopbaanbegeleider een studieplanning op te stellen.
Het betreft hier geen bindend advies: je hoeft het advies niet op te volgen. Uiteraard gaan we ervan uit dat je het advies zorgvuldig weegt.
Voor de opleiding Social Work deeltijd ben je zelf verantwoordelijk voor een professionele context waarbinnen je opdrachten in het sociale domein kan uitvoeren. Wij adviseren om een arbeidsrelatie aan te gaan voor maximaal 24 tot 28 uur per week met een werkgever in het sociale domein. Voor het eerste jaar is het ook een optie om middels stages of vrijwilligerswerk je te ontwikkelen. Vanaf het eerste moment van de opleiding word je geacht in de beroepspraktijk aan je leeruitkomsten (toetsopdrachten) te kunnen werken.
De opleiding wordt met regelmaat gevraagd welke eisen er aan een werkplek gesteld worden. Aangezien het sociale domein is zeer divers is voor wat betreft soorten werkzaamheden, is die vraag niet eenvoudig te beantwoorden. Het advies is om te kijken naar een werkplek waar in de werving gezocht wordt naar hbo-geschoolde sociaal werkers. Je weet dan zeker dat het een baan is die past bij jouw opleidingsniveau. Het is voor jezelf ook aan te raden om te kijken of er een collega is die de opleiding Social Work heeft gevolgd. Zo’n collega kan als jouw persoonlijke coach ondersteunen in het leerproces.
Heb je nu nog geen werk in het sociale domein, dan kun je kijken op Regioplus in je eigen regio.
Deze opleiding is geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO).
In Nederland zijn er twee vormen van collegegeld: het wettelijke collegegeld (lager tarief) en het instellingscollegegeld (hoger tarief). In welke categorie je valt, is afhankelijk van je persoonlijke situatie. Met de handige collegegeldmeter van Hogeschool Utrecht zie je binnen enkele minuten welk tarief voor jou geldt. Voor boeken en andere lesmaterialen ben je elk jaar ongeveer € 300 tot € 500 kwijt.
De studieduur is afhankelijk van je vooropleiding, werkervaring en studietempo. Bij een regulier studietraject duurt de opleiding vier jaar. Afhankelijk van je vooropleiding en ervaring kan een verkort traject mogelijk zijn waarbij je aan het begin van je opleiding of later in de opleiding een gepersonaliseerde route doet. In de eerste fase van je opleiding stel je samen met een leerteambegeleider je leerroute op. Dit resulteert in een onderwijsovereenkomst.
Bij deze opleiding kun jij je eigen tempo bepalen. Als je bijvoorbeeld veel relevante werkervaring hebt, dan kun je bepaalde toetsen maken zonder de lessen te volgen. Zo kun je je opleidingsduur verkorten. Andersom werkt het ook. Heb je een drukke periode op je werk? Dan kun je modules op een later moment oppakken.