Lesgeven kan je leren: 50 jaar opleiden van leraren

‘Leraar ben je van nature, of je wordt het nooit’. Geloof het of niet, ooit was dat een serieuze gedachte. Bij Instituut Archimedes weten ze beter. Lesgeven is een vak dat je kan leren. En daarvoor is voortdurende vernieuwing van de opleiding nodig, in reactie op veranderingen in de maatschappij. “Na bijna 50 jaar is de lerarenopleiding een unieke combinatie van vak- en beroepsopleiding”, zegt hogeschooldocent Dirk van der Veen.

De voorloper van Instituut Archimedes werd opgericht op 31 december 1970. De Stichting Opleiding Leraren (SOL) was een van zeven Nieuwe Leraren Opleidingen in Nederland, ingesteld na advies van een speciale commissie (1966). Tot dan toe werden leraren opgeleid aan de universiteit of via een van de deeltijdopleidingen (MO-akten), waarbij sterk de nadruk lag op kennisoverdracht. Bij de nieuwe opleidingen zouden didactische en pedagogische inzichten een grotere rol gaan spelen.

Experimenteerplan

De SOL was bedoeld als een echte beroepsopleiding maar stond aanvankelijk wel onder supervisie van de Rijksuniversiteit. Over één ding waren alle betrokkenen het eens: alles moest anders. Uitgangspunt was een Experimenteerplan met als een van de doelen ‘gewenste veranderingen’ in het bestaande systeem. De opleiding wilde de student centraal stellen en maatschappelijke ongelijkheid tegengaan. En passant wilde men de kloof tussen theorie en praktijk dichten. Een opgave die nog steeds actueel is: hoe zorg je dat de student zo goed mogelijk is voorbereid op wat hem te wachten staat?

Weegschaal

De verhouding tussen vakkennis en didactiek was in deze eerste jaren een belangrijk aandachtspunt. En in feite is dat tegenwoordig nog steeds zo. In de loop van de tijd sloeg de weegschaal dan weer naar de ene, dan weer naar de andere kant door. De eerste directeur, Chris Schrijner, wilde vakinhoud en onderwijskunde integreren. Toch bleken de vakgroepen steeds meer gewicht te krijgen, terwijl critici van buiten bleven beweren dat het studenten aan vakkennis ontbrak. Pas met de latere introductie van de Kennisbasis zou er een duurzame verhouding tussen kennis en didactisch handelen ontstaan.

Leren in de school

De aansluiting met de praktijk liet ondertussen nog wel te wensen over. Studenten kwamen eind jaren 1970 amper aan de slag. Ook de verhouding met het voortgezet onderwijs kon beter. Het imago van de opleiding liet te wensen over, er was scepsis tegenover de nieuwe lerarenopleiding. Een eerste stap richting een betere relatie werd gezet met de Commissie Samenwerking Scholen. Het idee dat leraren het beste in de school zelf kunnen worden opgeleid, won terrein. De huidige opleidingsscholen zijn de uiterste consequentie van deze gedachte.

Vernieuwende impulsen

Organisatorisch volgden de veranderingen elkaar in deze jaren snel op. Na een stevige bezuinigingsronde werd de SOL midden jaren 1980 opgenomen in een groter verband. Hogeschool Midden-Nederland bracht een groot aantal hoger-beroepsopleidingen samen en de opleidingen voor MO-akten werden in de vorm van deeltijdopleidingen bij de nieuwe Faculteit Educatieve Opleidingen ondergebracht. Dat de lerarenopleiding vaste grond onder de voeten had gekregen, bleek uit de nieuwe stijl van communiceren. In een facultaire brochure (1990) werd het duidelijk gesteld: “De basis van goed leraarschap ligt in de opleiding.” De opleiding wilde de student opleiden tot een ‘zelfstandige professional’ met een ‘centrale rol in onderwijs en opvoeding’. Onder de vlag van Hogeschool Utrecht werd de nadruk op leren in het onderwijsveld versterkt. Lesgeven leer je door de theorie direct op middelbare scholen in de praktijk te brengen, was de gedachte. Dat sloot goed aan bij een lange Nederlandse traditie van leren in de school. “In velerlei opzichten hebben we een cirkel gemaakt”, zegt oud-faculteitsdirecteur Dick de Wolff hierover. “Vroeger werden leraren al op school opgeleid.” De vernieuwende impulsen vanuit de opleiding kwamen door nauwere contacten met scholen beter uit de verf. Versterking van de samenwerking binnen het onderwijsveld werd een leidende gedachte, die de koers van het instituut tot op heden mede bepaalt.

Samen leren

Met de aandacht voor competenties werd een nieuwe stap gezet in de professionalisering van het vak. Het aanleren van de juiste vaardigheden werd gezien als een essentiële voorwaarde voor de uitoefening van het beroep. Het belang van kennis werd echter niet uit het oog verloren. Instituut Archimedes, de nieuwe naam voor de opleiding, legde zich vanaf 2006 ook toe op versterking van de vakkennis van de aankomende docenten, binnen het landelijke project voor de Kennisbasis. Een evenwichtige verdeling van kennis en competenties, met een centrale rol voor de vakdidactiek, zou de gewenste aansluiting tussen theorie en praktijk dichterbij moeten brengen. Ook de manier van opleiden veranderde, met een verschuiving van het individuele leerproces naar samen leren. Leren in teams werd het uitgangspunt voor opleiders en studenten: juist in teams kunnen studenten het beste van elkaars ervaringen leren. Van de lerarenopleiders werd ondertussen verwacht dat zij deelnamen aan onderzoeksactiviteiten, om de snel veranderende onderwijspraktijk met nieuwe inzichten te kunnen voeden. In vervolg hierop wil de opleiding de kritische, onderzoekende houding van studenten versterken.

Flexibilisering

Inmiddels is er vraag naar verdere flexibilisering van de opleiding. Met de slogan ‘Inspireren om te leren’ wil Instituut Archimedes hieraan tegemoet komen. Studenten krijgen meer mogelijkheden om hun eigen studie vorm te geven (gepersonaliseerd leren). Dat betekent dat de opleiding het leerproces gaat vormgeven in dialoog met de leerling. Daarmee verschuift de rol van de opleider naar die van een actieve coach die de student prikkelt om de regie te nemen.

Voortdurend in ontwikkeling

“Vernieuwing zit in het DNA van de opleiding”, concludeert Van der Veen. Anno 2017 is de opleiding nog steeds in beweging. Een beter evenwicht tussen kennis en competenties heeft geresulteerd in een bijzondere combinatie van vak- en beroepsopleiding, die studenten opleidt voor een complex beroep. Een beroep dat voortdurend in ontwikkeling is, net als de opleiding zelf.

Deel dit artikel