Bijzonder lector Katinka Lünnemann bij afscheid: “We moeten kindermishandeling samen tegengaan”
Onlangs nam bijzonder lector Katinka Lünnemann afscheid bij Hogeschool Utrecht. In de afgelopen vier jaar heeft zij als bijzonder lector bij het lectoraat Jeugd onderzoek gedaan naar effectievere benadering en interventies om kindermishandeling tegen te gaan. Tijdens haar afscheidssymposium pleitte ze ervoor om kindermishandeling gezamenlijk aan te pakken met de focus op een gezinsgerichte aanpak en meer regie voor het kind.
In haar onderzoek richtte Lünnemann zich voornamelijk op de relatie tussen partnergeweld en kindermishandeling. “Deze twee vormen van mishandeling gaan vaak hand in hand. Partnergeweld gaat vaak vooraf aan kindermishandeling. Als het geweld in het gezin afneemt gaat het beter met de geinsleden. Maar alleen als het geweld echt stopt, komt het welzijn overeen met de gezinnen onder de bevolking. Om de geweldspatronen te doorbreken is juridische dwang soms onontkoombaar. In de afstemming tussen zorg en recht is nog veel te winnen. en er is een behoefte aan een gecoördineerde aanpak waarbij zorg en recht samenwerken. Het is van belang dat de veiligheid van het kind altijd voorop staat, maar er moet ook meer aandacht komen voor de problemen waar ouders en opvoeders mee kampen”, vertelt Katinka Lünnemann als onderzoeker tevens verbonden aan het Verwey-Jonker Instituut.
Integrale aanpak
Tijdens het symposium stond Lünnemann samen met professionals uit het werkveld stil bij het belang van een systeemgerichte en integrale aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Lünnemann: “Kinderen geven zelf aan dat er zo weinig met hen wordt gesproken terwijl iedereen zegt in het belang van het kind te handelen. En het verbaasde me dat de problematiek waar moeders en vaders onder lijden, geen aandacht krijgt; alles wordt in het licht van opvoeding besproken. Terwijl moeders en vaders, opvoeders, een betere ouder kunnen zijn als er aandacht is voor hun eigen problemen. Deze problemen kunnen samenhangen met de huidige situatie, maar kunnen ook zijn geworteld in hun jeugd. Alleen als er aandacht komt voor het stoppen van geweld, de eigen problematiek van moeders en vaders naast de veiligheid en ontwikkeling van het kind kan de bescherming van kinderen effectief zijn.”
Zelfscan en lesprogramma
Binnen haar bijzonder lectorschap heeft Lünnemann ook sterk ingezet op onderwijs. Zo ontwikkelde het onderzoeksteam in samenwerking met docenten van verschillende hogescholen een zelfscan en een virtuele kast vol verwijzingen naar niet alleen kennis, maar ook vaardigheden en beroepshouding. Deze zelfscan en virtuele kast moet gaan bijdragen aan meer aandacht voor huiselijk geweld en kindermishandeling in het curriculum van verschillende opleidingen. En het helpt de toekomstige professionals binnen de opleidingen van social work, pedagogiek, pabo en verpleegkunde zich beter voor te bereiden om signalen van kindermishandelingen te herkennen en hier adequaat op te reageren.
Groter bewustzijn
Met haar bijzonder lectorschap heeft Lünnemann een belangrijke bijdrage geleverd aan een groter bewustzijn en het vormgeven van een verbeterde aanpak van kindermishandeling. Bij haar afscheid heeft Lünnemann de publicatie ‘Verschillend perspectief, samen kijken’ over haar lezing aangeboden aan Jan Koeman, directeur bij de Raad voor de Kinderbescherming. Hij geeft aan: “Ook wij moeten met de samenhang tussen partnergeweld en kindermishandeling aan de slag. Het is een zwaar onderwerp, maar wordt dragelijk doordat we het samen doen.”
Het bijzonder lectorschap is mede financieel mogelijk gemaakt door de Raad voor de Kinderbescherming, Jeugdzorg Nederland, Leger des Heils Jeugdbescherming & jeugdreclassering en Ministerie van Justitie en Veiligheid.