Afscheid Jan Bogerd en Guus van Montfort: “Mensen zijn weer trots op de HU – en dat is meer dan terecht”
Jan Bogerd heeft al een lange carrière aan de HU achter de rug als hij op 1 september 2015 aantreedt als voorzitter van het College van Bestuur. Zijn aanstelling was een van de eerste wapenfeiten van de Raad van Toezicht onder voorzitter Guus van Montfort, die precies een maand eerder was begonnen. Acht jaar later loopt van beide voorzitters - dus ook nagenoeg gelijktijdig - de tweede termijn af. Tijd om plaats te maken voor anderen, met enige spijt in het hart. Maar ook met een gerust hart. “Je kunt hier in de regio bijna geen deur opentrekken of er staat wel iemand van de hogeschool achter.” Een gesprek met beiden over de HU van toen en nu.
In acht jaar tijd kan veel gebeuren, zeker bij een dynamische kennisinstelling als Hogeschool Utrecht. Daar kunnen Jan en Guus over meepraten. “Toen ik aantrad als collegevoorzitter, was de HU nog echt een post-fusie-organisatie”, stelt Jan. “We hebben er de afgelopen jaren met z’n allen veel meer één HU van weten te maken. Onze gemeenschap is hechter en warmer geworden. Mensen weten elkaar steeds beter te vinden.” Dat is een van de dingen waar Jan het meest trots op is. “De onderlinge relaties, de aandacht voor studenten, ik vind die van groot belang. De groei van de HU-gemeenschap is dan ook prachtig om te zien.”
Verbinding met de buitenwereld
Waar hij nog meer trots op is? “Dat de HU zich veel meer is gaan verbinden met de buitenwereld: met de regio, met vraagstukken uit de samenleving. Onze hogeschool keert zich steeds meer naar buiten. Ik zeg wel eens: Je kunt hier in de regio bijna geen deur opentrekken of er staat wel iemand van de hogeschool achter; een student, een onderzoeker, een docent, een alumnus. Dat vind ik een mooie en belangrijke beweging.”
Guus van Montfort onderschrijft dat. “Toen ik aantrad als voorzitter van de Raad van Toezicht, heb ik veel gesprekken gevoerd met stakeholders uit de regio. Mij viel toen op dat de connectie van buiten naar binnen veel eenvoudiger gemaakt werd dan van binnen naar buiten. We wisten wel partners aan de HU te verbinden maar onze docenten en onderzoekers waren veel minder aanwezig in onze omgeving. Dat is nu echt anders. Mede daardoor is het beeld van de hogeschool door de jaren heen veel positiever geworden.” Jan: “Dat positieve gevoel danken we aan de zichtbaarheid van onze mensen. Ze zijn weer trots op de HU – en dat is meer dan terecht.”
Toegenomen innovatie
Er is nog een tendens die Guus waarneemt over de afgelopen acht jaar. “De innovatiekracht van ons onderwijs en onderzoek is fors toegenomen. Op diverse terreinen lopen we voorop bij landelijke ontwikkelingen.” Het onderzoek is niet alleen in volume toegenomen maar ook in kwaliteit, vult Jan aan. “We pakken steeds meer en gerichter vraagstukken op uit en met de samenleving.” En de verbinding tussen het onderzoek en onderwijs? Ook die is verbeterd – maar daar zit nog wel ruimte voor ontwikkeling, stelt Jan. “Daar werken we hard aan met z’n allen. Niet voor niets hebben we onlangs een visie vastgesteld op onderwijs én onderzoek in samenhang. Ook met de schaalsprong onderzoek gaan we de verbinding verder versterken.” Maar de HU is hierin volgens Guus wel veel verder dan acht jaar geleden. “Ik zie dat het onderwijs en de studenten meer van de inzichten uit het praktijkgericht onderzoek zijn gaan profiteren. Mede dankzij de groei van het aantal masterprogramma’s, waarin die verbinding gemakkelijker is te maken.”
Doorlopende leerlijnen
Die groei in het aantal masters, daar is Jan best trots op. “Het is een mooie uiting van onze ambitie: Een leven lang ontwikkelen. Bij de HU is één op de vier studenten een werkende professional. We stellen mensen in staat zich doorlopend te blijven ontwikkelen, door doorlopende leerlijnen aan te bieden. Dat we een aanbod hebben van niveau 5 tot en met 7 - dus van Associate degrees, bachelors, masters – en als een van de eerste hogescholen experimenteren met niveau 8, de Professional Doctorate, past bij die ambitie. Een dergelijke spreiding over portfolio’s zien we bij andere hogescholen nog niet.”
De HU gaat gewoon door
De ambitie die Jan noemt, Leven lang ontwikkelen, komt uit ons ambitieplan, dat een looptijd heeft tot 2026. Is het niet lastig om halverwege zo’n plan te moeten stoppen? Jan vindt van niet. “Het ambitieplan is onderdeel van een logische ontwikkelingslijn van tientallen jaren. Die lijn loopt gewoon door. De ambitieplannen vormen daarin ijkpunten, geen einddoelen.” Op de continuïteit van de organisatie heeft het vertrek van de voorzitters volgens Guus sowieso geen invloed. “Die continuïteit zit niet in enkele personen, die zit in ons allemaal. Dat is ook de leiderschapsstijl van Jan geweest: we doen het samen. De ontwikkelrichting van de HU is daardoor in het DNA van de organisatie gaan zitten.” Wat ook belangrijk is voor de continuïteit, is dat de basis op orde is, stelt Guus. “De structuur, de systemen, de financiën, de huisvesting; de HU is een hele gezonde organisatie. Dat is belangrijk om de innovatiekracht te kunnen doorzetten. Er is ruimte om te investeren.”
Een andere organisatie
De structuur die Guus noemt, is heel anders dan toen hij aantrad. In 2017 nam de HU immers afscheid van de faculteiten. Dat is een van de grootste organisatorische veranderingen geweest in de voorzittersperiode van beiden. Andere waren de herhuisvesting op het Utrecht Science Park en het inkrimpen van de HU Diensten, om meer geld vrij te maken voor het onderwijs. Die reorganisatie noemt Jan een van de moeilijkste perioden. “Als je grootschalige, ingrijpende verandertrajecten doet, is het bijna onontkoombaar dat het ook leidt tot individuele pijn en verdriet. Heel veel mensen hebben het toen heel lastig gehad. Dat we in die trajecten een deel van de organisatie zijn kwijtgeraakt, vind ik heel naar. Gelukkig hebben we die banden wel weer kunnen herstellen.”
Coronatijd: ook een hoogtepunt
Gevraagd naar een hoogtepunt uit de laatste acht jaar, komt Jan met een opvallende keuze, namelijk de coronatijd. “Dat was natuurlijk een hele moeilijke tijd voor iedereen binnen de HU. Voor onze studenten en onze medewerkers. Ook voor mij. Maar de veerkracht en wendbaarheid die we toen hebben getoond, hoe we onze kerntaken hebben weten door te zetten en elkaar hebben vastgehouden, dat is voor mij echt een hoogtepunt. Een waar wij allemaal heel trots op mogen zijn. Dat gezegd hebbende, vind ik het ook heerlijk om te zien hoe het nu weer spettert en bruist op onze campus. Ook dát is een hoogtepunt.”
Emotionele band
Dat de voorzitters de HU vol vertrouwen in de toekomst achterlaten, wil niet zeggen dat het afscheid ze makkelijk valt. Jan: “Ik ben vergroeid met deze hogeschool, ik heb zo ontzettend veel leuke en interessante mensen ontmoet met wie ik heb kunnen samenwerken, zoveel inspirerende studenten meegemaakt. Het idee dat die verbinding wordt verbroken, is wel even wennen.” Guus had nog geen bestuurservaring in het hbo toen hij aantrad als voorzitter van de Raad van Toezicht. “Maar ik ben aan de HU verknocht geraakt. Het is goed en begrijpelijk dat het na acht jaar voorzitterschap tijd is voor een ander om deze rol te vervullen, maar jammer vind ik het wel. Dat mag je gerust aan compliment aan de HU noemen."
De volgende stap
Wat gaat hij nu doen? Jan krijgt die vraag bijna dagelijks maar heeft nog geen antwoord. “Ik ben nog teveel bezig met dit werk. Ik kom natuurlijk wel in een andere fase maar ben nog voorzitter tot 1 september. Wat daarna komt, zie ik nog wel.” Guus: “We zijn nu eerst druk met mijn opvolging. De Raad van Toezicht moet immers de nieuwe collegevoorzitter aanstellen; het is logisch dat aan mijn opvolger over te laten. En persoonlijk? Ik heb nog aantal toezichthoudende functies en ben nog actief als hoogleraar. Ik ga niet op mijn lauweren rusten, ik vind mijn werk nog ontzettend leuk.”
Fotografie: Kees Rutten