"Efficiëntere beweegzorg hard nodig"
“Naar verwachting heeft in 2040 een derde van de bevolking twee of meer aandoeningen, waarbij artrose, nek- en rugklachten het meeste voorkomen”, vertelt Cindy Veenhof. “Verder zullen steeds meer mensen kampen met diabetes, hart- en vaatziekten, psychische stoornissen, COPD en overgewicht. Als de zorg op de huidige manier georganiseerd blijft zullen de totale zorgkosten in 2040 verdubbeld zijn, van 85 miljard euro naar 170 miljard euro per jaar en dat kan simpelweg niet. De zorg zal dus wel móeten veranderen en móeten innoveren.”
Zorg in de wijk
Cindy Veenhof: “We zien ook dat de zorg steeds meer naar de patiënt komt, in plaats van de patiënt naar de zorg. De zorg verplaatst zich steeds meer naar de wijken en zorgverleners gaan steeds meer samenwerken in teams rondom de burger/patiënt. Bijvoorbeeld huisartsen, verpleegkundigen, welzijnswerkers en buurtsportcoaches. Dat is een hele goede ontwikkeling. Maar fysiotherapeuten en oefentherapeuten nemen vaak nog niet deel aan deze interprofessionele wijkteams. Dat moet anders. Om dat bereiken moet de beroepsgroep zelf een duidelijk inzicht hebben in de eigen expertise en meerwaarde en dit vervolgens ook proactief uitdragen. Actief bezig gaan met samenwerken dus.”
Preventie en eHealth
Veenhof: “Preventie komt gelukkig steeds meer op de kaart te staan. Veel zorgkosten kun je voorkomen door tijdig te signaleren welke mensen in de toekomst risico lopen op verlies aan fysieke zelfredzaamheid, en hoe dit verlies valt te voorkomen of uit te stellen. Inzet van eHealth biedt hierin veel kansen, zowel bij preventie als bij daadwerkelijke behandeling. Ik denk dat er niet zozeer veel winst te behalen valt in de inhoud van de zorg, maar vooral in de vorm waarin die zorg wordt aangeboden. Met inzet van eHealth kun je de beweegzorg beter personaliseren. Bijvoorbeeld met het inzetten van blended zorg, wat inhoudt dat je face-to-face behandelingen combineert met een digitale tool waarmee mensen thuis aan de slag gaan. Het aantal face-to-face behandelingen hangt dan vervolgens af van onder andere de gezondheidsvaardigheden, mate van klachten en motivatie van de patiënt. Puur alleen face-to-face zorg wordt dan vooral gegeven aan patiënten met zeer complexe klachten, of als ze niet de vaardigheden of motivatie hebben om met een digitale tool aan de slag te gaan. We moeten dus bewust kiezen voor wie het gebruik van welke eHealth-tool zinvol is.”
Waarom moeilijk doen als het samen kan
“Ik geloof sterk in samenwerking in grote consortia, zowel binnen projecten als breder”, zegt Veenhof. “Zo willen we bereiken dat beweegzorgprofessionals meer gaan samenwerken met andere zorgdisciplines. De beweegzorg optimaliseren doen we graag samen met patiënten, zorgprofessionals, beleidsmakers, zorgverzekeraars, docenten en onderzoekers. Het werken binnen een lectoraat van een hogeschool geeft wat dat betreft veel kansen, gezien de korte lijnen met het onderwijs en de beroepspraktijk. Maar ook is er veel expertise in huis vanuit andere disciplines, zoals business modelling, marketing en communicatie. Juist deze cross-overs van kennis maken het werken binnen de hogeschool extra interessant. Met elkaar maken we veel grotere stappen en voorkomen we versnippering van energie. Mijn motto is dan ook: waarom moeilijk doen als het samen kan?”
De openbare les van Cindy Veenhof ging vergezeld van een magazine: Fysieke zelfredzaamheid, dat doe je samen! en een boekje: Fysieke zelfredzaamheid, dat doe je samen! Innovatie van de beweegzorg gewenst. De openbare les zelf is hier terug te kijken.
Het Lectoraat Innovatie van Beweegzorg is onderdeel van het Kenniscentrum Gezond en Duurzaam Leven van Hogeschool Utrecht.