Littekens na borstchirurgie: meer erkenning en microneedling helpen

Kristel

Na de diagnose borstkanker volgen vaak chirurgische ingrepen, zoals een borstamputatie en reconstructieve chirurgie. Zulke ingrepen leveren altijd littekens op en juist daar ondervinden veel vrouwen hinder van. Een onderbelicht onderwerp volgens docent en onderzoeker Kristel Everaars, die op dit onderwerp promoveerde.

Maar liefst 1 op de 7 vrouwen in Nederland krijgt borstkanker. Een deel van deze vrouwen kiest na een borstamputatie voor borstreconstructie. Everaars: “Dat is vaak het sluitstuk van een intense periode van strijd met borstkanker. Die hele periode van kwetsbaarheid wil je afsluiten, een borstreconstructie kan daarbij helpen en draagt bij aan de kwaliteit van leven. Maar de littekens blijven. Deze kunnen pijn doen, hinderen je bewegingsvrijheid en zijn goed zichtbaar. Dat moet – én dat kan – beter.”

Waar kun je terecht?

Met haar achtergrond in huidtherapie heeft Everaars veel huidaandoeningen gezien en het herstel ervan begeleid. Van acne en oedeem tot (brand)wonden en littekens in alle vormen en maten. “Veel mensen weten niet waar ze terecht kunnen met littekenklachten, ook de doorverwijzing verloopt stroperig. Daarnaast relativeren veel vrouwen hun litteken, want in vergelijking met kanker stelt het allemaal niet zo veel voor. Met als resultaat dat veel vrouwen onnodig lang rondlopen met klachten over hun litteken. Terwijl er voldoende mogelijkheden zijn om de kwaliteit van leven met littekens te verbeteren.”

Verdient meer erkenning

Er is nog weinig evidence based onderzoek om littekenklachten te verminderen, dus daar draagt Everaars graag haar steentje aan bij. Bij ons lectoraat Innovatie van Zorgprocessen in de Farmacie deed ze kwalitatief onderzoek onder vrouwen na verschillende soorten borstchirurgie, naar hun ervaring met littekens. Ook deed ze survey onderzoek onder 248 vrouwen die een borstreconstructie ondergingen via een zogenaamde DIEP-procedure (deep inferior epigastric perforator), waarbij een nieuwe borst wordt geconstrueerd van eigen weefsel uit de onderbuik. Dat levert een natuurgetrouwe borst op, maar ook een litteken op de buik van heup tot heup. Ingrijpend. Ze bracht de littekenklachten nauwkeurig in kaart en de impact ervan op de ervaren kwaliteit van leven.

Everaars: “Een belangrijke bevinding is dat veel vrouwen behoefte hebben aan meer informatievoorziening over de littekens. Een deel voelt zich niet goed voorbereid op de gevolgen van de operatie en had graag willen weten wat ze zelf hadden kunnen doen aan de littekens. Vooraf verwachtingen managen en achteraf goede informatie en nazorg geven, zouden structureel onderdeel moeten zijn van goede zorgverlening.”

Microneedling

Aansluitend bestudeerde Everaars het effect van microneedling, een behandelwijze die littekenklachten potentieel kan verminderen. Voor postoperatieve littekens is dat vrij nieuw, maar bij de behandeling van acné is deze methode alom geaccepteerd, ook Everaars is ermee bekend. “In de huidtherapeutische praktijk is het een veel toegepaste behandeling, ook voor littekens. Dus wilde ik het effect onderzoeken. Bij mijn 30 testpersonen heb ik de helft van hun (lange) buiklitteken driemaal behandeld met microneedling. Het behandelde gedeelte leverde zowel na 3 als na 9 maanden minder ervaren klachten op dan het onbehandelde gedeelte. Met name op het gebied van stijfheid, dikte en algehele beleving. Op basis van deze bevindingen kan worden geconcludeerd dat littekens over het algemeen verbeteren na een behandeling met microneedling.”

Next steps

Wat kunnen we met de verworven inzichten? Een eerste verbetering noemde Everaars al: patiënten van tevoren en na afloop goed informeren. Everaars: “Grote winst ligt in het onderwijs, dáár leiden we toekomstige zorgprofessionals op. De inzichten die ik met dit onderzoek heb opgedaan, wil ik graag direct met evidence based onderwijs in de lessen toepassen. Zodat elke student meteen leert dat littekenzorg – zowel de preventie als de behandeling – een standaard onderdeel vormt van zorg rondom borstchirurgie.” Een eerste stap. Maar Everaars vindt ook dat littekenmanagement in de nabije toekomst meer aandacht verdient in kwaliteitsstandaarden zoals richtlijnen. Dan pas wordt het echt goed ingebed in de zorgverlening rondom borstchirurgie. Er is dus nog een weg te gaan.


Met speciale dank aan de afdeling plastische chirurgie aan het Radboud UMC, waar Everaars onder vleugels van prof. dr. D.J.O. Ulrich haar onderzoek kon uitvoeren. En dank aan copromotoren dr. Erik de Laat (Radboud UMC) en dr. Esther Tijn (Hogeschool Utrecht).

Deel dit artikel

Gerelateerde expertise