"Wijkverpleging kan cruciale rol spelen bij farmaceutische zorg"
Er kan veel mis gaan in de farmaceutische zorg van een thuiswonende oudere. Maar diegene die op medische gebied het nauwst in contact staat met de patiënt, de wijkverpleegkundige, speelt in die zorg nog onvoldoende een rol. “Terwijl deze rol juist cruciaal kan zijn in de zorg en daarmee ook het welzijn van de patiënt”, stelt onderzoeker Nienke Dijkstra, van het lectoraat Proactieve Zorg voor Thuiswonende Ouderen. Zij onderzocht de samenwerking tussen de voorschrijver, de apotheker en de rol van de wijkverpleging tijdens farmaceutische zorg. Ze promoveert op 21 juni.
Dijkstra, die als verpleegkundige had gewerkt in een ziekenhuissetting, is tijdens haar promotieonderzoek ook als wijkverpleegkundige aan het werk gegaan. “Door zelf de praktijk in te gaan, kreeg ik een beter beeld van de problematiek waarmee de wijkverpleegkundige kampt bij de farmaceutische zorg van thuiswonende ouderen. Zo ervaarde ik uit eerste hand dat het zelfmanagement van ouderen rondom hun medicatie een uitdaging kan zijn. Na onderzoek kon ik de problematiek in drie groepen onderverdelen. Problemen bij het gebruik van een medicijn, problemen met het bewaren en afvoeren van de medicatie en problemen met de communicatie tussen patiënt en zorgverleners over het medicijngebruik. Op die laatste, de zogenaamde procesproblemen, ben ik mij specifiek gaan richten. En dan met name op de communicatieproblemen rondom het farmaceutische behandelplan.”
Cruciale communicatie
“De omvang en gevolgen van procesproblemen bij een behandeling bleken behoorlijk groot te zijn. Het gaat dan vooral om administratieve processen, zoals de communicatie van medicatiegegevens als bijvoorbeeld een nieuw medicijn is gestart of er een wijziging is doorgevoerd in het gebruik. De wijkverpleging wordt hier niet altijd van op de hoogte gebracht waardoor er fouten kunnen ontstaan bij het toedienen van medicatie. Met de introductie van de Rode Vlaggen App hebben we een jaar lang de betrokken zorgverleners gevolgd en hebben we kunnen analyseren welke gevolgen procesproblemen hebben voor patiënten. Ook om zo de bijdrage van de wijkverpleegkundige te kunnen duiden”, vertelt Dijkstra. Deze app is een doorontwikkeling van het Rode Vlaggen Instrument uit een eerder onderzoek van oud HU-onderzoeker Carolien Sino en helpt problemen met medicatie bij thuiswonende ouderen tijdig te signaleren.
Uit de analyses van de app-gegevens bleek dat een mogelijke toedienfout door procesproblematiek in 58,2 procent van de gevallen kan leiden tot verminderde comfort of klinische achteruitgang bij de patiënt. Dijkstra: “Bij het zien van deze cijfers kun je alleen maar stellen dat het ontzettend belangrijk is om procesfouten in de farmaceutische zorg te voorkomen. Communicatie tussen zorgprofessionals blijkt daarin cruciaal.”
Competenties
Na deze uitkomst is Dijkstra gaan kijken naar de rol van de wijkverpleegkundige in het proces en welke competenties belangrijk zijn voor een verpleegkundige in de farmaceutische zorg. “Omdat de wijkverpleegkundigen in nauw contact staan met de patiënt kunnen zij een belangrijke rol spelen in verschillende facetten van een behandeling. Niet alleen kunnen ze toezien dat een medicatiewijziging goed wordt toegepast, ook kunnen ze een rol spelen in het signaleren van de effecten van de therapiewijziging. Als er goed gecommuniceerd wordt door de voorschrijver en de apotheker, dan kan de wijkverpleging echt van meerwaarde zijn voor de andere professionals. Competenties die verpleegkundigen moeten hebben om hier van meerwaarde te kunnen zijn heb ik samen met professionals, onderwijskundigen en docenten in kaart gebracht”, vertelt Dijkstra.
De beschreven competenties en de rol van de verschillende professionals tijdens de farmaceutische zorg hebben inmiddels ook hun weg gevonden naar het onderwijs. “Naar aanleiding van deze competenties worden de verschillende rollen van de zorgprofessional, in dit geval de rol van de wijkverpleegkundige, in een jaarlijkse medicatiebeoordeling besproken tijdens het curriculum van verpleegkunde en geneeskunde. Mooi om mijn onderzoek zo terug te zien in het onderwijs”, sluit Dijksta af.