Promotieonderzoek Sandra Schel: “Dakloosheid steeds vaker een kwestie van pech of geluk"
Eind maart promoveerde Sandra Schel, onderzoeker bij het lectoraat Wonen en Welzijn, op de vraag: wat hebben mensen die sociaaleconomisch op achterstand staan nodig om hun leefomstandigheden te verbeteren? Zij deed hiervoor onderzoek naar veranderingen in de situatie van dakloze mensen, vijfenhalf jaar nadat zij zich voor het eerst meldden bij de maatschappelijke opvang. “Als je na vijfenhalf jaar wel een huis hebt maar nog steeds onvoldoende geld voor basisbehoeften, schulden hebt en depressief bent, dan sta je eigenlijk nog steeds buiten spel.”
Dak- en thuisloosheid is een groeiend en steeds structureler probleem. Gemeente Utrecht bijvoorbeeld ziet een toename van de druk op de maatschappelijke opvang, thuislozen die in de auto slapen en zelfs dakloze kinderen, en riep onlangs ‘code rood’ uit. Sandra Schel: “Mijn promotieonderzoek aan de Radboud Universiteit Nijmegen en natuurlijk ons eigen ETHOS telonderzoek laten onder meer zien dat wel of niet dakloos raken een kwestie van pech of geluk kan zijn. Uit de afgelopen telronde bleek wel dat het stereotype beeld van ‘de dakloze’ – een alleenstaande, alcoholverslaafde man van middelbare leeftijd op een bankje in het park – achterhaald is. Bijna een derde van de dakloze volwassenen is vrouw. Kinderen en jongeren vormen ruim 40 procent van het totaal aantal dak- en thuisloze personen.” Dat de cijfers van de ETHOS telling anders zijn dan de cijfers van het CBS, is onder andere omdat het CBS minderjarigen en 65-plussers niet meeneemt. Ook komen mensen die tijdelijk bij vrienden of kennissen of op onconventionele woonplekken verblijven nauwelijks voor in de registers waar het CBS zijn schattingen op baseert.
Nieuw beleid nodig
Er is dus dringend nieuw beleid nodig, stelt Sandra. “Het ETHOS project zorgt voor bewustwording. Door de tellingen krijgen gemeenten inzicht in de werkelijke omvang en aard van de groep dak- en thuisloze mensen. Met die kennis kunnen gemeenten effectief beleid maken voor de aanpak van dak- en thuisloosheid. De resultaten van de eerdere telrondes zijn gelukkig niet ergens onderin een la beland maar worden goed opgepakt. Zo zijn er bijvoorbeeld nieuwe afspraken met woningcorporaties gemaakt, waardoor jongeren en jongvolwassenen beter geholpen kunnen worden. De focus verschuift van mensen in de maatschappelijke opvang naar mensen die van bank naar bank en van camping naar camping trekken. Door de tellingen beseffen bovendien ook andere organisaties dat zij een rol hebben in het oplossen van dakloosheid. Ook in ons onderwijs geven we dit mee. Als docent-onderzoeker bij de HU begeleid ik afstudeerprojecten van de opleiding Social Work op het gebied van dakloosheid. De studenten – de professionals van morgen – kijken hierbij nu al naar de bredere definitie van dakloosheid.”
"De verschillende problemen van mensen hangen vaak sterk samen"
Dweilen met de kraan open
En dit is maar een begin, als het aan Sandra ligt. “Uit mijn promotieonderzoek blijkt bijvoorbeeld dat voormalig dakloze mensen na vijfenhalf misschien wel een huis hebben, maar ook nog steeds schulden hebben en moeite hebben om rond te komen. Ze hebben vaak onvoldoende sociaal vangnet en kampen met stress en andere gezondheidsklachten. Dit zijn allemaal risicofactoren voor herhaalde dakloosheid. Zo bekruipt mij het gevoel dat we dweilen met de kraan open. We moeten echt toe naar brede en geïntegreerde beleidsmaatregelen om de bestaanszekerheid te versterken”, vervolgt Sandra. “De resultaten van mijn onderzoek onderstrepen dat ook. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het verhogen van het sociaal minimum. We weten al zoveel over wat werkt, zoals inzetten op preventie, of ‘Housing First’. Als iemand vanuit passende huisvesting en financiële rust weer iets op kan gaan bouwen, is de kans op succes veel groter.”
Ervaringsdeskundigen
Ook komt uit het promotieonderzoek naar voren dat ondersteuning van dakloze mensen en mensen die leven in langdurige armoede, uit moet gaan van de behoeften van mensen zelf. “Erken daarbij de mens als geheel en het feit dat verschillende problemen die mensen hebben vaak sterk samenhangen. Voorkom dat mensen voor ieder probleem een apart hulptraject krijgen; zorg ervoor dat dit zoveel mogelijk geïntegreerd is in één ondersteuningstraject. Sociaal werkers zijn nu nog te vaak met handen en voeten gebonden aan regels die de mensen zelf niet verder helpen.” Ook benadrukken de resultaten van het promotieonderzoek de noodzaak om het perspectief van mensen met ervaringskennis en ervaringsdeskundigen te betrekken bij de ontwikkeling van dit beleid. “Beleid wordt nu vaak gemaakt door ambtenaren die meestal geen eigen ervaringen hebben met armoede en dakloosheid. Ervaringsdeskundigen en mensen met ervaringskennis kunnen een brug slaan tussen de papieren werkelijkheid en de echte wereld en horen dus aan die beleidstafel.”
Nieuwe ronde ETHOS tellingen
Op 9 en 11 april brengen ongeveer 370 organisaties in 55 gemeentes dak- en thuisloze mensen in kaart tijdens de nieuwe ETHOS telling van Hogeschool Utrecht en Kansfonds. Doel is inzicht te krijgen in de werkelijke omvang en aard van de groep dak- en thuisloze mensen. Bij de ETHOS telling wordt dakloosheid gedefinieerd als een gebrek aan volwaardige huisvesting. ETHOS staat voor ‘European Typology of Homelessness and Housing Exclusion’. Deze classificatie wordt in Europa gezien als de best onderbouwde en meest gezaghebbende manier om dakloosheid te meten.